
De zomer is er weer. Je voelt het aan de lucht, aan het ritme van de dagen, aan hoe mensen langzamer lijken te lopen en even ademhalen. Overal zie ik berichten van vakanties, zonbestemmingen, uitstapjes... Maar bij mij is het dit jaar anders. Geen reis, geen koffers, geen plannen. En ergens… voelt dat niet verkeerd.
Als je leeft met autisme, zoals ik, kan de zomer iets dubbelzinnigs hebben. De warmte, de drukte, het “moeten ontspannen” – het kan soms meer spanning dan rust geven. Vakantie betekent voor mij niet per se weggaan, maar thuiskomen. In mezelf. In rust. In eenvoud. En in schrijven.
Schrijven is mijn manier van reizen. Zonder trein, zonder vliegtuig. Gewoon pen en papier, of toetsenbord en stilte. Het brengt me bij gedachten die ik anders misschien oversla, bij gevoelens die even mogen landen. Terwijl anderen herinneringen maken aan zee of in de bergen, maak ik ze tussen de woorden.
Soms voelt het een beetje vreemd – dat ik niet “meedoe” met de zomer zoals anderen die beleven. Maar tegelijk voelt het ook eerlijk. Echt. Mijn zomer is zachter, stiller, maar niet minder waardevol. Het is een tijd om op te laden in mijn eigen tempo, zonder maskers, zonder druk.
Dus nee, ik ga niet op reis dit jaar. Maar ik ben wel op reis – in mezelf, in verhalen, in momenten van ademruimte. En dat is ook vakantie.
Voor wie dit leest en zich hierin herkent: je bent niet alleen. Ook een zomer zonder grote plannen kan rijk en helend zijn.
Reactie plaatsen
Reacties